De situatie
Eind 2023 kwam bij ons op kantoor een cliënt binnengelopen die een openstaande vordering had op de heer De Jong (uiteraard niet zijn echte naam) in verband met een geldlening van €30.000,00. Deze lening diende 5 november 2023 volledig te zijn afgelost. Beide partijen hadden een fors rentepercentage afgesproken: 50%.
De heer De Jong heeft nagelaten het geleende bedrag op tijd aan onze cliënt terug te betalen. Als gevolg hiervan was het hele bedrag en de rente in het geheel opeisbaar geworden. Dat hadden partijen zo afgesproken in de overeenkomst.
De heer De Jong heeft aan cliënt laten weten niet in staat te zijn de lening terug te betalen, maar in de toekomst wel. Zijn relatie was beëindigd en de gezamenlijke woning stond te koop. Uit de overwaarde zou de heer De Jong in staat zijn de lening en bijkomende rente terug te betalen.
Cliënt kwam vervolgens bij ons omdat hij wilde weten wat hij nu het beste kon doen.
Beslag ter zekerheid
De heer De Jong was dus samen met zijn toekomstige ex-vrouw (laten we haar mevrouw Klaver noemen) eigenaar van de gezamenlijke woning (een appartement), beiden voor de helft. De woning stond al te koop omdat de heer De Jong en mevrouw Klaver hun bezittingen moesten verdelen. Met die wetenschap was het dus in het belang van cliënt om zo snel mogelijk beslag te leggen op de woning. In opdracht van cliënt hebben we vervolgens een verzoek aan de rechter laten doen om een bewarend (conservatoir) beslag te leggen op het aandeel van de heer De Jong in het eigendom van het appartement.
Het huwelijk tussen de heer De Jong en zijn echtgenote was gesloten na 1 januari 2018, zodat sprake is van een beperkte gemeenschap. Het appartement is aangekocht na de huwelijksdatum zodat het appartement valt in de (eenvoudige) gemeenschap tussen de heer De Jong en mevrouw Klaver. Cliënt mag zich op grond van art. 3:175 lid 3 BW dan ook verhalen op het onverdeelde aandeel van de heer De Jong in de onroerende zaak.
Zoals gebruikelijk was als voorwaarde voor het beslag gesteld dat cliënt binnen twee weken na het leggen van het conservatoir beslag over zou gaan tot het starten van een rechtszaak. Dat is ook gebeurd. Om de heer de Jong de kans te geven zijn zaken op orde te krijgen is ervoor gekozen om de zittingsdatum op een ruime termijn te stellen in de hoop dat deze vervelende kwestie opgelost zou kunnen worden zonder verdere tussenkomst van de rechter en alle kosten van dien.
Helaas is dat niet gelukt en is het toch tot een rechtszaak gekomen. De heer De Jong is niet op komen dagen en de rechter heeft een (verstek)vonnis gewezen waarin cliënt in het gelijk is gesteld.
Executie
In het vonnis is de heer De Jong veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, rente, buitengerechtelijke kosten en de beslag- en proceskosten.
De eerste stap was vervolgens het uitreiken (betekenen) van het vonnis aan de heer De Jong met een bevel om te voldoen aan de inhoud van het vonnis. Aan het bevel werd niet voldaan, dus we zijn aan de slag gegaan met de tenuitvoerlegging (executie) van het vonnis. Het beslag dat we hadden gelegd was door het vonnis executoriaal geworden en we konden dus het appartement laten verkopen en de vordering van cliënt incasseren uit het aandeel van de heer De Jong in de opbrengst.
Wat bleek echter? De heer De Jong had zijn aandeel in de woning inmiddels overgedragen aan zijn ex, waardoor zijn ex nu enig eigenaar was. De notaris heeft, ondanks het beslag en zonder ons daarvan in kennis te stellen, de leveringshandelingen uitgevoerd. De notaris is hiertoe overgegaan op grond van het door de heer de Jong en zijn ex getekende echtscheidingsconvenant.
Maar hoe zit dat dan met het beslag van onze cliënt? De heer De Jong bleek nu namelijk geen eigenaar meer te zijn. De notaris hoort op te merken dat er een beslag ligt voordat het eigendom wordt overgedragen.
We hebben de notaris dan ook tekst en uitleg gevraagd. In reactie op onze vragen heeft de notaris ons medegedeeld:
“Voor de goede orde en hoogstwaarschijnlijk ten overvloede meld ik u nog dat de overdracht ten gevolge van verdeling met daarop een beslag niet tot gevolg heeft dat het beslag zijn werking zou verliezen, het blijft plakken op het registergoed en er verdwijnen geen rechten voor de beslaglegger (artikel 505 lid RV). Wanneer u recentelijk nog hypothecaire inzage hebt gedaan hebt u dat ook kunnen constateren en tevens dat er nog een hypotheek NA uw beslag is gelegd. Daardoor is de positie van de beslaglegger alleen maar sterker geworden, juridisch heeft het beslag thans voorrang op de hypotheek en eventuele andere, later gelegde, beslagen. Wanneer het beslag zou worden omgezet in een executoriaal beslag wordt de beslaglegger nu als eerste voldaan. In de situatie van voor de verdeling en levering zou de hypotheek voorrang hebben gehad.
Ten aanzien van uw opmerking dat er volgens u geen overdracht plaats zou hebben kunnen vinden vanwege het gelegde beslag merk ik op dat de overdracht (civielrechtelijk) gewoon mogelijk is (af te leiden uit artikel 505 lid RV) en ook niet strafbaar (HR 10-11-2023, zie JOR 22-03-2024 afl. 3)). Als notaris ben ik gehouden om mijn medewerking te verlenen vanwege mijn ministerieplicht.”
Wij hadden voor het contact met de notaris al geconstateerd dat de oude hypotheek was verdwenen en de dat er een nieuwe hypotheek was ingeschreven. Overeenkomstig artikel 505 lid 2 Rv kan de nieuwe hypotheek inderdaad niet tegen cliënt worden ingeroepen, wel tegen eventuele latere beslagleggers.
De vordering van cliënt wordt dus beschermd door de nieuwe hypotheek en wel tot de hoogte van deze hypotheek. De positie van cliënt is door deze overdracht dus beter geworden.
Ook heeft de notaris gelijk dat een beslag een verkoop niet in de weg staat omdat het beslag blijft liggen op het appartement. Je krijgt dan alleen wel de bijzondere situatie dat je je gaat verhalen op een (in dit geval) appartement dat geen eigendom meer is van de schuldenaar.
De grote vraag is natuurlijk of mevrouw Klaver zich wel bewust is geweest van de positie waarin zij is komen te verkeren en of zij goed is voorgelicht door haar advocaat en de notaris. Door de levering van het aandeel van de heer De Jong aan haar, kan zij haar woning kwijtraken als niet aan de inhoud van het vonnis wordt voldaan. Als de heer De Jong niet betaalt, moet zij zelf alles betalen om te voorkomen dat haar woning executoriaal wordt verkocht. Het beslag ligt immers nog steeds op het appartement.
Met de advocaat van mevrouw Klaver is vervolgens een intensieve e-mailwisseling ontstaan waaruit we meenden te kunnen opmaken dat mevrouw Klaver zich niet bewust was van dit gevolg. Uiteindelijk heeft mevrouw Klaver de hele vordering voldaan en is het beslag opgeheven.